Bron: SignBenelux, 23 oktober 2024 Auteur: Herman Hartman
Als Erik Strik niet op werkreis is, staat hij vanuit zijn thuiskantoor in verbinding met de verschillende vestigingen in de wereld en brengt heel wat tijd door met videoconferenties.
Erik Strik is oprichter en eigenaar van Aurelon, het bedrijf achter PrintFactory. Hij heeft inmiddels meer dan 35 jaar ervaring met het ontwikkelen van RIP’s en workflow-producten. Sign Benelux ging met hem in gesprek over de stand van zaken en over de te verwachten ontwikkelingen. Het softwarebedrijf zet steeds sterker in op hybride gebruik van software, zo blijkt, waarbij een deel van de handelingen in de cloud plaatsvindt.
“Met voorbeeldflows kan men nu veel meer zelf inrichten”
Erik Strik van Aurelon, het bedrijf achter PrintFactory
PrintFactory is bekend van de gelijknamige RIP-software. De huidige RIP stuurt niet alleen printers aan, maar ook afwerkapparatuur, waarbij – waar mogelijk – processtappen tussen printen en afwerken automatisch plaatsvinden. In onze regio is Nautasign verantwoordelijk voor de distributie en support van de PrintFactory RIP. PrintFactory werkt met distributeurs die zijn verspreid over verschillende continenten en landen. Hun RIP wordt ook als OEM-product meegeleverd door hardwarefabrikanten. Bij grote print service providers is er rechtstreeks contact tussen PrintFactory en de afnemers. PrintFactory heeft verkoopkantoren in verschillende regio’s en doet een groot deel van de softwareontwikkeling in Azië. Het bedrijf groeide de afgelopen jaren naar vijftig medewerkers en Strik verwacht dat er de komende tijd nog circa twintig medewerkers bijkomen.
Connect-modules
Onder het sublabel ‘Connect’ levert PrintFactory, naast RIP’s, een modulair systeem voor het inrichten van geautomatiseerde workflows. Wereldwijd doet zich hetzelfde probleem voor: er is een tekort aan vakmensen, waardoor bedrijven het schaarse personeel liever niet inzetten voor routinetaken en daarom een beroep doen op automatisering van de workflow.
De RIP-interface.
Erik Strik, oprichter en eigenaar van Aurelon, het bedrijf achter PrintFactory: “Er zijn meerdere aanbieders van workflowsoftware gericht op de grootformaat printmarkt. Om die software toe te passen, is vaak een ‘big bang’ nodig, waarbij in één keer het complete workflowproces wordt ingericht. Dat kunnen de meeste signbedrijven niet realiseren zonder het inhuren van externe consultants en programmeurs. Als het bedrijf daarna een andere weg inslaat en nieuwe toepassingen toevoegt, is vaak opnieuw hulp van buiten noodzakelijk.” Om dat te voorkomen vergt een andere manier van denken over hoe je software ontwikkelt en over hoe je afnemers kunt betrekken in de inrichting en het gebruik van software, stelt Strik. Dat anders denken over softwareontwikkeling is terug te zien in de aanpak bij PrintFactory. Alle software die het bedrijf ontwikkelt, wordt in de vorm van een abonnement aangeboden.
Twee productgroepen
Strik: “Dat heeft voordelen. Voorheen kochten afnemers een versie van de RIP-software. Als er een nieuwe versie uitkwam, moest je daarvoor opnieuw betalen en niet iedere afnemer nam die stap. Het betekent dat je als softwarebedrijf verschillende versies moest onderhouden tot lang nadat deze geleverd waren. Vaak moet je dan problemen aanpakken die in de nieuwe versies al zijn opgelost. Door die aanpak vormde een nieuwe release van de software ook voor ons een ‘big bang’ die veel druk op de organisatie zette. In de huidige opzet hebben we eigenlijk maar twee productgroepen: de RIP en de workflowsoftware.”
In de editor kunnen fouten in het bestand worden hersteld.
Bij beide productgroepen worden projecten in kleinere onderdelen uiteengerafeld en vervolgens stapsgewijs aangepakt en uitgerold. Strik: “We betrekken klanten vroegtijdig bij het testen ervan om te zien of onze zienswijze juist is. Deze aanpak, die binnen de IT ‘Agile’ wordt genoemd, werkt goed voor ons en wij zien dat diezelfde aanpak voor onze afnemers werkt als ze met workflowsoftware aan de gang gaan. Signbedrijven die niet over eigen IT’ers beschikken, hebben er baat bij dat niet alles tegelijk hoeft te worden aangepakt als er behoefte is aan automatiseren van de productie.”
DTG en DTF
PrintFactory heeft in verschillende landen e-commerce platforms als afnemer. Een deel richt zich op het bedrukken van textiel en heeft vaak tientallen DTG- en DTF-printers aan het werk. Voor hen ontwikkelde PrintFactory een RIP- en workflowproces dat zorgt voor sterk verminderd inktverbruik. Wie op zwarte T-shirts drukt, heeft in principe geen zwarte inkt nodig als je slim omgaat met het gebruik van wit onder de afdruk. Ook kun je door slim toepassen van witte inkt bij DTF een veel betere look & feel van de afdruk bereiken, waarbij wordt voorkomen dat de print als een plakkaat aanvoelt en er ook zo uitziet. Samen met enkele onderdelen uit Connect kun je, ook als je één of twee DTG-printers gebruikt, de bestellingen vanaf de webshop tot aan het afdrukken automatiseren.
Voorbeeldflows
Strik vervolgt: “De basis van wat nu in de Connect-modules beschikbaar is, ontwikkelden we deels eerder voor een aantal grote print service providers. Die beschikken over een eigen IT-staf en doen makkelijker een beroep op externe partijen bij de implementatie. We wisten dat je voor signmakers een andere aanpak nodig hebt. We waren al even onderweg met het beschikbaar maken van de Connect-modules toen we merkten dat Australische signmakers, nog voor de officiële introductie, onderdelen uit onze Connect-software toepasten voor hun flows. In die regio is het inhuren van een externe deskundige problematisch vanwege de enorme afstanden. Het bewees dat onze ideeën werkten. Door ‘voorbeeldflows’ aan te bieden en gerichte informatie te verstrekken over hoe je onderdelen kunt configureren en gebruiken, kunnen gebruikers veel meer zelf. Ze voelen zich eigenaar van hun eigen flows en doen er om die reden meer moeite voor, bleek in Australië.”
Optimaal gebruik van het substraat door smart nesting.
Er is sprake van een hybride aanpak waar het de Connect-modules aangaat. Zo is er de ‘smart nesting’-module waarbij de module in de cloud draait, maar de te nesten bestanden op een lokale harde schijf kunnen worden geplaatst. Het gebruik van de cloud geeft een gebruiker op afstand toegang tot het proces. Zo kun je ’s avonds vanuit huis een opdracht aanzetten. Ook is het denkbaar dat je apparatuur deelt met een collega-signbedrijf en dat je in eigen huis opdrachten voorbereidt om die vervolgens door te sturen, inclusief alle relevante instellingen.
De zwarte doos
De RIP wordt in de grootformaatmarkt door veel gebruikers misbruikt voor zaken die eigenlijk elders horen te worden afgewikkeld. Erik Strik: “Daar hebben we als RIP-ontwikkelaars in het verleden allemaal aan meegewerkt, niet één uitgezonderd. Van individuele kleurcorrecties tot het toevoegen van afloop, schalen of het toevoegen van wit of vernis. Het kan allemaal in de RIP, net als het indelen van opdrachten of het bewaren ervan voor herdruk. Maar het is níet de essentie van wat een RIP hoort te doen. Dat is namelijk het voorspelbaar omzetten van bestanden voor de printer. Als je het tot die essentie terugbrengt, dan heeft de gebruiker bij het dagelijkse werk geen toegang nodig tot de RIP-instellingen.”
De RIP als ‘black box’ verkleint de kans dat er fouten worden geïntroduceerd door gebruikers. Nog dit jaar gaat PrintFactory de RIP als clouddienst aanbieden. Tegelijkertijd is het bedrijf in gesprek met printerfabrikanten om de RIP direct in de printer in te bouwen, waarbij de fabrikant ervoor zorgt dat de instellingen zijn geoptimaliseerd. Het zijn beide routes die de complexiteit verkleinen en daarmee de foutkans terugbrengen.
De zwarte-doosaanpak werkt ook op een andere manier. Wie de huidige PrintFactory RIP installeert, krijgt een aantal vragen te beantwoorden. Afhankelijk van de uitkomsten van de dialoog worden er zaken wel of niet geïnstalleerd. Instellingen die voor jouw situatie niet van toepassing zijn, vind je niet terug in de interface.
Nautasign richtte in Ede recent de op textiel gerichte Microfactory in. “De Connect-modules zijn hier gebruikt om verschillende volledig geautomatiseerde flows te bouwen”, vertelt Strik. “Je ziet hier onder andere hoe deelorders, die op verschillende momenten zijn geprint, bij het snijden op de Zünd-machine door het Zünd Picking-systeem bij elkaar worden gebracht.”
Bij de Microfactory, die Nautasign in Ede inrichtte, speelt het gebruik van de Connect-modules een rol bij het automatiseren van de textielproductie.
Gebruik van Excel
Een van de zaken die workflowautomatisering complex maakt, is het gebruik van ‘XML’-statements en -scripts. Ook PrintFactory maakt daarvan gebruik, maar klanten hoeven zich daar niet zelf in te verdiepen. Het aansturen van de Connect-modules vergt niet meer dan het invullen van een Excel-bestand of het meegeven van productkenmerken in de bestandsnaam.
Strik: “Iedereen kan een Excel-bestand openen en lezen en begrijpen wat daar staat. ERP/MIS-systemen kunnen zulke bestanden zonder moeite genereren. Het is een van de ingrepen die het mogelijk maakt om zelf flows in te richten. Dit wil niet zeggen dat je er geen complexe vraagstukken mee kunt oplossen. Als je in de materie thuisraakt, zijn daar ook mogelijkheden voor. Zo kan er bij het bouwen van flows gebruik worden gemaakt van variabelen die je meegeeft met de opdracht. Daardoor hoef je niet voor elke versie van een product een aparte flow in te richten.”
Tijd- en efficiencywinst
Strik: “Wij zien nog steeds dat DTP’ers, in dienst van signmakers, ontzettend veel repeterende taken uitvoeren tijdens hun werk. Door daarvoor workflows te bouwen, krijgt hij of zij tijd beschikbaar om andere zaken op te pakken. Bedrijfsprocessen worden door automatisering en de koppeling van systemen steeds complexer. Met onze aanpak halen we de complexiteit weg en verlagen we de drempel om het zelf toe te passen. Ook kleinere ondernemingen hebben baat bij het vrijmaken van tijd bij medewerkers en het verbeteren van de doorstroming van orders. Dat maken wij nu mogelijk.”
Door anders te kijken naar je eigen orderstroom blijkt het vaak mogelijk om meer opdrachten te groeperen en daarmee mensen en machines efficiënter in te zetten, besluit Strik. “Je hebt daarbij wel overzicht nodig en dat is wat we met ons dashboard bieden.”
Artificial Intelligence (AI en print
AI wordt op steeds meer plekken binnen de printindustrie ingezet en leidt tot tastbare verbetering van printproductieprocessen. Bij de ontwikkeling van PrintFactory heeft AI vanaf het begin een rol gespeeld door machine learning en geavanceerde algoritmen in de workflow op te nemen. Het is volgens Strik een belangrijk element waardoor PrintyFactory zich al twee decennia onderscheidt van concurrenten.
De AI-gedreven aanpak komt terug in verschillende facetten van het werken met de RIP:
VISU Device Link Profiling: Door gebruik te maken van een combinatie van algoritmes vereenvoudigt PrintFactory het proces van apparaatkoppelingstechnologie. Deze innovatie maakt kleurbeheer toegankelijk, zelfs voor mensen met beperkte expertise op dit gebied. Het resultaat is een meer gestroomlijnde en efficiënter kleurbeheerproces met behoud van kwaliteitsnormen.
Tools voor apparaatkalibratie: De door PrintFactory ontwikkelde kalibratietools gebruiken machine learning om apparaten opnieuw te kalibreren naar hun optimale ‘gouden staat’. Dit zorgt voor een consistente kwaliteit en betrouwbaarheid in de printproductie.
RIP-beeldverbetering: AI speelt een cruciale rol bij beeldverbetering binnen de RIP. Bij het resamplen van afbeeldingen naar de afdrukresolutie verbetert AI de afbeeldingen; een techniek die nu ook in desktopprogramma’s wordt gebruikt. Deze technologie maakt echter al enige tijd deel uit van het aanbod van PrintFactory.
Instellingen voor kleurbeheer: Met een enorme hoeveelheid beschikbare spectrale meetgegevens maakt AI het mogelijk om nieuwe profielen aan te maken zonder dat een complete procedurele revisie nodig is. Door gebruik te maken van eerder verzamelde gegevens over printer-inkt-mediacombinaties, kan AI de resultaten nauwkeurig voorspellen. Tijdens de productie kan dit worden gemeten met een RGB-meter, waardoor minder kleurvlakken nodig zijn en geen spectrofotometer nodig is.
Maken van planningen: Ook bij het maken van planningen kan AI helpen om tot in detail de doorlooptijd te voorspellen. Gecombineerd met smart nesting kun je de productiecapaciteit en mankracht beter benutten. Het zal echter nog wel even duren voordat dit soort functies aan de software kunnen worden toegevoegd, zegt Strik hierover.